Bron: vanuit Ius Mentis (www.iusmentis.com)


1.      
Opnemen in de openbare ruimte, buiten op straat en in winkels, horeca etc.

Elk opzettelijk filmen van personen met een aangebrachte camera in de openbare ruimte is verboden, tenzij dit vooraf duidelijk is aangekondigd. Een vaste camera ophangen zonder meteen ook een bordje op te hangen dat deze er hangt, mag dus niet. Een webcam permanent voor het raam zetten zodat iedereen op straat gefilmd wordt, valt ook onder dit verbod. Als de camera op voldoende afstand is geplaatst, zodat mensen niet herkenbaar in beeld kunnen komen, is de camera wel toegestaan.

Deze regel geldt voor het publiek domein: alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Dat is niet alleen de openbare weg. Ook winkels, horeca, parkeerplaatsen, casino’s en dergelijke vallen hier onder. Dit is weliswaar privé terrein en eigendom van de winkelier of uitbater, maar deze stellen hun terrein open voor het publiek.

Aangebrachte camera: Dit betekent niet alleen maar aan de muur of het plafond vastgeschroefd. Elke vorm van min of meer permanent installeren van een camera betekent dat deze onder de bovengenoemde regel valt (ook indien weggewerkt).

Aankondigen dat opnames gemaakt worden: Cameratoezicht en andere vormen van filmen van mensen in het openbaar mag dus alleen als dat aangekondigd is. Heimelijk cameratoezicht, zoals de wet dat noemt, is dus verboden. Een bezoeker of passant moet dus op een of andere manier weten dat hij gefilmd kan worden. Vaak gebeurt dit door een bordje bij de ingang op te hangen. Ook een mededeling op de uitnodiging of het ticket wordt wel gebruikt. Het hoeft niet per se een schriftelijke aankondiging te zijn. Sommige winkels hangen bijvoorbeeld een monitor net na de ingang waarop te zien is wat de beveiligingscamera’s filmen. Ook zo worden mensen geïnformeerd dat er camera’s hangen. En als de camera zelf meteen duidelijk zichtbaar is, dan is een apart bordje niet meer nodig.

Wederrechtelijk vastleggen: De wet zegt dat het filmen verboden is als dat wederrechtelijk is. Als de aanwezigheid van camera’s aangekondigd is, is het in principe toegestaan. Maar als de aanwezigheid niet aangekondigd is, kan het soms nog steeds toegestaan zijn. Er moet dan wel een bijzondere, zwaarwegende reden zijn om van zo’n verborgen cameragebruik te maken.

2.       Opnemen in besloten omgeving (eigen woningen en bedrijven)

Elk opzettelijk filmen in woningen of niet-publieke plaatsen is verboden tenzij dit vooraf duidelijk is aangekondigd. Filmen in de eigen huis of tuin, of op kantoor valt niet onder bovenstaande regeling. Deze ruimten zijn niet “voor het publiek toegankelijk”. Hier gelden strengere regels. Elk opzettelijk filmen is verboden als het niet is aangekondigd. Het in bezit hebben van een opname die op die verboden manier is gemaakt, is bovendien ook verboden.

Belangenafweging vereist: Hier geldt dat het om wederrechtelijk fotograferen moet gaan. Dit geeft aan dat er geen absolute regel geldt: er moet een belangenafweging worden gemaakt. Meestal gaat het dan om een afweging van het privacybelang van de gefilmde persoon versus het belang om toch te filmen.

Het is dus bijvoorbeeld verboden om zomaar de buurvrouw te filmen als zij in haar achtertuin ligt te zonnen. Ook als zij vanaf de straat zichtbaar is. Zij heeft een duidelijk privacybelang, en er is geen aantoonbaar ander belang dat zwaarder weegt. Een verborgen camera om de babysitter te kunnen controleren zou toegestaan kunnen zijn als er duidelijke aanwijzingen zijn van mishandeling of verwaarlozing, en er geen andere manier is om aan te tonen of de babysitter hieraan schuldig is.

Onaangekondigd bezoek filmen: Het verbod van filmen in privéruimtes is gebaseerd op het feit dat onaangekondigd filmen een schending van de privacy van de gefilmde personen is. Dat betekent dat wanneer er geen sprake is van een privacyschending, het filmen toegestaan is. Dit is van belang bij inbrekers, dieven en andere personen die zelf wederrechtelijk een locatie betreden.

Deze persoon (inbrekers e.d.) zal geen aanspraak kunnen maken op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer door de rechthebbende van de woning die hij wederrechtelijk heeft betreden. Dit heeft tot gevolg dat de rechthebbende, indien deze van de inbreker beelden heeft vervaardigd met een camera waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, niet wederrechtelijk handelt.

3.       Camera’s op het werk

Ook de werkplek is een besloten omgeving. Werknemers filmen op de werkplek of in een bedrijfsruimte mag dus ook niet zomaar. Ook zij moeten vooraf gewezen zijn op de aanwezigheid van de camera. En ook hier moet de belangenafweging in het voordeel van de werkgever uitvallen.

Camera-opnamen als persoonsgegevens: Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) beschouwt video-opnamen van werknemers als verwerking van persoonsgegevens.

Verborgen camera op het werk: Een bijzonder geval is een verborgen camera gebruiken op het werk. Meestal gebeurt dit in het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden, zoals bijvoorbeeld diefstal uit het magazijn. Als er duidelijke aanwijzingen zijn van betrokkenheid van bepaalde personeelsleden, mag de werkgever met verborgen camera’s proberen deze betrokkenheid vast te leggen.

Daarbij gelden drie belangrijke beperkingen. Ten eerste mag de werkgever alleen specifiek die werknemers filmen die mogelijk betrokken zijn. Dus niet preventief iedereen. Ten tweede moet de werkgever vooraf hebben gemeld dat er verborgen camera’s gebruikt kunnen worden (maar natuurlijk niet waar die staan). En ten derde moet het middel wel proportioneel zijn. Er moeten geen andere mogelijkheden zijn om de onregelmatigheden aan te pakken.

Alleen betrokkenen vastleggen: De eerste beperking, alleen die mensen filmen die mogelijk betrokken zijn, vereist een afweging tussen de privacybelangen van de werknemers en de opsporing van de onregelmatigheden. De werkgever moet zijn best doen om alleen die locaties of die werknemers te filmen die relevant zijn. Wordt er bijvoorbeeld gestolen uit het magazijn, dan mag hij een verborgen camera in het magazijn ophangen. Een camera bij de hoofdingang mag niet om die reden, omdat daarmee veel te veel mensen heimelijk gefilmd worden.

Informeren van werknemers: Als tweede moet de werkgever dus de werknemers informeren. Dit is iets eenvoudiger. Het is voldoende aan te geven dat er cameratoezicht is. Dat kan al gebeuren met een mededeling van het bedrijf in een algemene nieuwsbrief of een duidelijk zichtbaar bord bij de personeelsingang.

Proportionaliteit: Op grond van de derde eis zal de werkgever moet aantonen dat er geen andere oplossing was dan verborgen camera’s. Voor bijvoorbeeld het voorkomen van diefstal zou een detectiepoortje bij de personeelsuitgang soms ook kunnen werken.

 

4.       Publicatie van opnamen

Publicatie van filmopname waar iemand herkenbaar opstaat, kan een schending van het portretrecht zijn. De geportretteerde moet een redelijk belang kunnen laten zien (zoals privacy) op grond waarvan het werk niet gepubliceerd mag worden. Als een opname of foto rechtmatig gemaakt is, wil dat nog niet zeggen dat deze ook mag worden gepubliceerd. Een dergelijke opname is namelijk een portret van de personen die erop staan, en dus geldt daarvoor het portretrecht.

 

5.       Gebruik als bewijs

Door burgers of bedrijven gemaakte opnamen of films mogen worden afgegeven aan de politie als er strafbare feiten op staan. Een werknemer die gefilmd is bij het plegen van diefstal op het werk, kan zo strafrechtelijk vervolgd worden.

Dit geldt zelfs als de opnamen illegaal gemaakt zijn.  Zo vond de Hoge Raad in 2003 dat illegale opnamen gemaakt door een detective-bureau als bewijs konden dienen in een strafzaak. Bewijs wordt niet “onrechtmatig verkregen” (en dus onbruikbaar voor het openbaar ministerie), omdat een burger de wet schond bij het verzamelen.

Een vergelijkbare opvatting had de HR in een ontslagzaak wegens verduistering van geld uit de kassa. Weliswaar was de opname een inbreuk op de privacy van de verdachte, maar deze was gerechtvaardigd vanwege het vermoeden van diefstal.

 

6.       Alle camera’s, iedere vorm van opslag

De wet hanteert een zeer brede definitie. De regels gelden voor alle technische hulpmiddelen om een afbeelding te vervaardigen. Daaronder vallen alle camera’s en iedere wijze van opslag en of deze na een bepaalde tijd weer wordt gewist. De afbeelding hoeft zelfs niet eens te worden opgeslagen: het ‘live’ filmen en doorgeven op Internet valt hier ook onder.

 

7.       Meer informatie

Deze regels gelden sinds 2004 en zijn afkomstig uit de Wet Heimelijk Cameratoezicht en de Wet Cameratoezicht. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) dossier cameratoezicht met meer informatie over cameratoezicht op openbare plaatsen, op de werkplek, in en rond winkels en in en rond woningen.

 

Ius Mentis